Oslo Stad

Vigelandpark

Na Lillehammer gingen we niet voor megalieten naar Oslo, maar vooral voor een Renault garage, want de remlichten van de auto doen het niet meer. Er moet een hele kleine zekering vervangen worden, maar is niet in voorraad, komt maandag om 2 uur.

Het autowezen voelt zich zeer gezien dat wij de tijd nemen om de auto te laten repareren, hij voelde zich nogal ongelukkig omdat hij wist dat ie niet helemaal in orde was. Had hij verder nog wensen? Jawel, gewassen worden. En kun je ’t goed vinden met de reiswezens? Heb ik niet zo veel contact mee, ze praten te veel. Je hoeft niet naar alles te luisteren wat ze zeggen hoor. Laat ze maar kletsen. Oh fijn.

Vigelandpark in Oslo

Dat betekende dus een verplicht weekend in Oslo. Op zich geen ramp als het een gezellige stad zou zijn, maar dat vonden we beiden niet. Als je het centrum nadert zie je alleen smakeloze hoge nieuwbouw, de straten zijn echte verkeerswegen zonder franje. Een gezellig historisch centrum is er niet. We bezoeken het Vigelandpark, vooral omdat Margrete daar oude en dierbare herinneringen aan heeft, en terecht, geef ik toe. De talloze beelden van meneer Vigeland zijn zeker de moeite waard. En onze jongens? Die vinden de beelden ook interessant: De beelden hebben het hier zeer naar hun zin, er wordt veel naar ze gekeken; ze zijn zich bewust van het feit dat ze gecreëerd zijn, maar hebben geen herinnering aan de kunstenaar die hen geschapen heeft. Ze vinden het ook fijn met een grote groep te zijn, voelen zich met elkaar verbonden, ook met de beelden die verderop binnen in de expositieruimte staan. Daar zijn we niet geweest trouwens.

Er kwam nog een militair fanfarekorps door het park lopen. Gelijk maar even vragen, wat vinden ze daarvan? Zien er grappig uit met rare mutsen. Er zitten erbij die zelf genieten van de muziek, maar de meesten voelen heel zwaar, zo serieus. We hebben geprobeerd ze aan het lachen te krijgen door ze te plagen, maar dat gaat moeilijk. En we hebben veel contact gemaakt met de reiswezens van deze mensen; er zijn er die uit landen komen waar jullie nog nooit zijn geweest, boeiend hoor.

Bij onze lange rit naar Oslo, liepen we onderweg veel strafpunten op, want we vergaten nogal vaak na een tussenstop onze “jongens” te waarschuwen, en met veel enthousiasme belaadden ze ons dan ruim met strafpunten.

Tijdens deze rit kwamen er nog wat vragen bij mij naar boven: Jullie kunnen zo maar uit de auto stappen, terwijl de deuren dicht zijn. Kunnen jullie dat ook op de autoweg en maken jullie dan contact met andere auto’s of met de mensen in die auto’s? Nee, daarvoor rijd je veel te snel, dan kunnen wij beschadigd raken. Hoe snel kunnen jullie vliegen? Ongeveer zoals jullie fietsen.          Maken jullie wel contact met andere autowezens als we stil staan? Als we bij die garage-bedrijven stil staan waar jullie soms slapen, dan maken we wel contact met nieuwe auto’s, die weten helemaal niet wat er gaat gebeuren met ze, en trouwens, ze weten van zichzelf niet eens dat ze uit andere landen komen, ze komen uit heel verschillende landen. En de oude auto’s zijn, heel zielig, meestal heel verdrietig – hun eigenaar is alleen maar bezig met zijn nieuwe auto en heeft ze in de steek gelaten maar niets uitgelegd, niet eens bedankt of afscheid genomen, en die weten ook niet wat er met ze gaat gebeuren. Wij hebben ’t er dan best druk mee om ze dat allemaal uit te leggen, maar hun verdriet en onzekerheid kunnen we niet wegnemen. Dat is hard werken voor ons hoor, maar we doen ’t graag. 

’s Avonds bij de auto (we slapen zo’n beetje achter de garage) gekomen, vragen de reiswezens nog naar die rare dingen die daar staan. Het zijn hoogwerkers, leggen we uit. Sommigen zijn heel spraakzaam, andere helemaal niet. Hoe komen jullie erbij daar naar toe te gaan? Nou, ze vroegen of wij wisten wat jullie hier in de nacht komen doen. Ze wisten niet wat slapen is. 

En wat we ook apart vinden zijn de soort huisgeesten van die bedrijven hier; we noemen ze nu maar even huisgeesten maar ze zijn natuurlijk heel anders dan huisgeesten, ze hebben ook een andere taak, die bedrijven-wezens vinden we boeiend want die zien we niet zo vaak. 

En boodschappen doen in een supermarkt, wat vinden jullie daar leuk aan? Gegiechel, nou, wat denk je, al dat lekkers natuurlijk. Wat vinden jullie het lekkerst? Chocola met die dingetjes, maar dan moeten we wel op jullie blijven letten want we weten dat jullie vertrekken zonder ons te waarschuwen, maar gelukkig waarschuwt jullie lichaamswezen ons wel altijd, die kunnen we echt vertrouwen, maar dan kunnen we jullie wel weer heel veel strafpunten geven, en dat vinden we ook wel leuk, en jullie niet! Hahaha. 

Voor het slapen gaan hebben we meestal nog contact met Odilia, een soort dagsluiting: Het autowezen is zeer in zijn nopjes dat jullie de reparatie zo serieus nemen. Het geeft ‘m veel meer vertrouwen in jullie nu jullie ‘m zo serieus nemen. Voor mij was het vandaag een heerlijke rustdag, zonder megalieten en moeilijke lichtwezens. Overigens de gekwetste lichtwezens in jullie zogenaamde muggenbos (Frejlev Skov, Lolland, Denemarken) gaan nog steeds tekeer over hun verstoring, ze worden nu wel uitgelachen door hun eigen omgeving. 

We gaan naar het Historisch Museum, ik had de reiswezens al voorbereid dat daar een afdeling etnografie is, dus waarschijnlijk veel oude wezens uit verre streken. Het was aardig, maar vergeleken met Kopenhagen wel erg klein. Wij waren al gauw uitgekeken, maar de reiswezens nog lang niet, lieten ze ons weten. Wij wilden nog naar het andere museum om de hoek, met schilderkunst, voor reiswezens niet interessant. Ik stelde voor dat de jongens hier zouden blijven terwijl wij het kunstmuseum gingen bezoeken, en dat we ze later zouden komen ophalen, we zouden dan heel duidelijk “verzamelen” roepen. Dat vonden ze een goed voorstel. Toen we dit uiteindelijk deden waren ze nog steeds niet klaar, vooral omdat ze geen afscheid hadden kunnen nemen. Ik zei: nou vooruit dan, dan gaan wij nog even een kopje thee drinken, maar daarna moeten jullie wel mee met ons mee, dus opschieten. Ze waren al weg!

Ik wilde nog wel iets van ze weten: Als jullie naar een schilderij kijken, kunnen jullie dan iets van de schilder waarnemen daarin? Als de schilder er echt zijn ziel in heeft gelegd wel.

Verder naar het Openlucht Museum, dit is mooi gelegen op een eiland, en goed bereikbaar. Veel oude boerderijen en oude ambachten, en een oude staafkerk. En mooi weer​.

Weer terug bij onze garage, het is wachten tot de zekering bezorgd is.

We hebben een aantal onderwerpen die we met Odilia willen bespreken.

Odilia geeft eerst uitleg over de sfeer van Oslo: Het voelt hier heel dubbel, er is veel uiterlijk vertoon (kijk maar eens naar het nieuwe operagebouw!) maar innerlijke armoede. Wat wel speelt is, dat het voor velen een hard bestaan is. Ik vertel dat we er weinig sfeer treffen, in het historisch museum eigenlijk alleen op de afdeling over de inuit, daar is alles mooi uitgestald, en komt alles tot zijn recht, het vormt een eenheid, voor mij voelt het daar goed. Andere afdelingen zijn rommelig, een aantal onderwerpen bij elkaar gevoegd, de stukken kunnen zich daar nooit gelukkig voelen volgens mij. Odilia: Dat klopt, in Kopenhagen is het heel wat beter verzorgd. Ik: Maar hier weer beter dan in het British Museum! Odilia: Dat klopt.

Ik: In Denemarken is alles opvallend duur. Odilia: Dat is het ook voor de eigen bevolking, maar de mensen krijgen er wel veel voor terug in voorzieningen vinden ze zelf​. Ze zijn best tevreden.​

Mij viel daar op dat het platteland zeer behoudend is, maar Kopenhagen zeer vooruitstrevend. Qua sfeer heeft het veel weg van Amsterdam. Odilia: Op het platteland heerst er nog een sterke verbondenheid. Ik: In Zweden voelt het voor mij het lichtst. Odilia: Ook dat klopt.

Een heel ander onderwerp: we hebben ’t eerder over muggen gehad, ik blijf het krengen vinden, al zeg jij dat het ook lichtwezens zijn en ze zeker nuttig zijn in het grote geheel. Ik zie ze liever dood dan levend. Maar dat brengt me wel op een vraag: ik eet graag garnalen, maar als ik een ons garnalen eet, kost dat misschien wel twintig dieren het leven. Als ik daarentegen een ons rundvlees eet, heel veel minder. Hoe kijk jij hiernaar? Interessante visie, maar dat gaat niet op. De natuur biedt nou eenmaal soms een grote hoeveelheid en die is niet bedoeld om allemaal in leven te blijven. Een groot deel daarvan kan bedoeld zijn als voeding voor anderen, daarom is er soms overvloed van de ene soort, en schaarste bij​ de andere, die dan wellicht weer wel meer kans tot overleving heeft, van sommige is er zo’n overvloed dat er veel van genomen mag worden.  

En nu we het nu toch over voeding hebben: In veel culturen worden varkens als onrein gezien, vooral omdat ze vaak afval eten. Voor hen is dat echter prima voer, en geeft het prima vlees. Het gaat om het immuunsysteem. Kijk naar ratten, die hebben een grote appendix, wat maakt dat ze van echte vuiligheid kunnen leven, en toch worden ze gegeten. In de toekomst, als er meer vervuiling op aarde zal zijn, zal de mens een grote blinde darm krijgen om te kunnen overleven.

En hoe zit ’t nou met de reiswezens, waar komen ze vandaan en wat gebeurt er bij ons overlijden?

Er is gewoon een grote voorraad, net​ als de groepsziel bij dieren, en als een persoon gaat reizen dan wordt er afgestemd welk reiswezen er het beste bij past. Als die persoon thuis is dan dommelt het reiswezen in, het versuft, en zodra die persoon reisplannen ontwikkelt wordt het reiswezen alert. Bij overlijden voegen ze zich weer bij de groepsziel. Ze hebben slechts één taak, het uitwisselen van informatie op hun niveau. Kijkend naar jullie reiswezens en die strafpunten, wat doen ze er mee? Helemaal niets. Het is gewoon een leuk spel, volkomen vrijblijvend. En over jouw idee om ze een keer  mee te nemen naar een kerkdienst: Niet doen, dat is hun taak niet, en te veel zelfbewustzijn past niet bij ze. 

Om twee uur blijkt de zekering bezorgd te zijn, hem plaatsen is een fluitje van een cent en we kunnen verder: op naar midden Zweden.