Op bezoek bij de familie

Albanie en zijn bergen

Frits is veel bij de koeien in de kleine donkere stal. ’s Middags, op het heetst van de dag, worden ze een uurtje uitgelaten op een veldje verderop, zoals gebruikelijk in Albanië. Het kalf blijft overigens in de stal, we nemen aan omdat het een mannetje is. Hij schikt zich in zijn lot, volgens Odilia. Als hij daar zo alleen is, houdt Frits hem gezelschap, en vertelt ‘m verhalen en zingt voor hem. Trouwens, nergens zie je koeien in de wei zoals bij ons (vroeger). Net zoals de koeien worden uitgelaten, zie je op geregeld oudjes of kinderen als ganzenhoeder in de berm langs de weg. Frits onderhoudt de koeien met verhalen, om ze te amuseren, en hij speelt (plaagt?) veel met de eigenwijze gans in de tuin; dan zie je die gans soms als een gek heen en weer rennen en te keer gaan. Op een dag leidde Frits een koe naar Margrete toe, die in de wei stond; hij begon aan haar te ruiken, tot Margrete hem aaide, daar schrok hij van.

Vladimir laat zijn koeien uit

En wat Frits soms ook doet is de auto induiken, om de bedrading van de gps te controleren! (En om te kijken of er nog wat lekkers te vinden is.)

Het pluimvee – kippen, ganzen, eenden en kuikens – loopt er vrolijk en vrij rond. De zes kleine varkentjes zijn volgens de familie gestorven, maar wij geloven er niets van! Met dit verhaal willen ze hun armoe wat groter laten lijken. Frits weet meer, via zijn kanalen: De varkentjes zijn niet dood, ze zijn ergens anders, verstopt. Frits gevraagd over de mentaliteit van de mensen hier: Verwarrend! Alles is zo dubbel, hun licht vertelt iets anders dan hun mond, er zitten heel donkere stukken in hun licht. Geldt dat voor allemaal? Niet voor Elisabet (mijn petekind). Verder zijn ze best aardig, maar ze willen of verwachten wel veel van je. Hebben ze het echt zo arm? Nou, onderweg hebben we wel grotere armoede gezien.

Een dag later liepen we mee om eieren te verzamelen van de kippen in de schuur van oma, en daar zaten de varkentjes, vlakbij de kippen!

Frits heeft de omgeving verkend, en trof kikkers aan bij het water in de goot langs de weg; hij voelde veel medelijden omdat de waterwezens door het vuil in een zeer slechte conditie verkeren, en de kikkers dus idem dito. Hij heeft toen getracht om contact te krijgen met de Deva-van-het-gebied, om te vragen of zij hier verbetering in kon aanbrengen, maar hij kreeg totaal geen contact. Heeft ook zij het hier opgegeven? En de mensen zelf? Die weten niet beter of het is altijd zo geweest, ze hebben geen besef van milieu. Jaren geleden sprak ik hier met een tolk die enige tijd in Londen had gewerkt, en hier zijn eigen huis had gebouwd; vooral de dieren hield hij op grote afstand van zijn woonhuis uit hygiënisch oogpunt. Hij vertelde: “De meeste mensen zetten de stal vlakbij hun woonhuis, dat scheelt lopen, maar hoe zit het met ziektekiemen? Ze hebben er geen flauw benul van.” Bij “mijn” familie waren de omstandigheden wel verbeterd: vroeger stond er een gammele houten stal, nu een goed afgesloten stenen schuur, alhoewel dicht bij de woonvertrekken. Maar ja, ik vrees dat de koeien nu wel minder zuurstof krijgen in de hitte van de zomer, ik vond het er flink stinken ook.

Gesprekje met Odilia: Ze geeft aan dat Margrete ook hier door moet gaan met oefeningen voor haar been, het liefst een paar keer kort, verspreid over de dag, ook al is het lastig om dat hier te doen. Verder geeft ze aan dat Frits’ verhaal over de varkentjes klopt, ze vindt dat Frits de situatie goed waarneemt, en ook veel goed werk doet. Voor hemzelf een prima voorbereiding op de nieuwe taak die hem wacht. Als Frits dit hoort wordt hij er verlegen van (voelt Margrete). Ook is ze er tevreden over dat ik geen financiële toezeggingen gedaan heb als de familie over hun moeilijke omstandigheden praat, want zo behoeftig zijn ze niet meer! Hun huis is nu echt in goede staat.