Huis-waarts via Tjechië

’s Avonds   nog even contact met Odilia: Merkwaardig, jullie waren absoluut op de juiste plaats, maar de heuvel was vroeger (3000 A.D.?) veel hoger. Er hingen nog veel dolende zielen van die veldslag, het is belangrijk om hier bij de heling met stromend water te werken, dat kan veel afvoeren. Op die heuvel, achter het hek wordt nog heel hard gewerkt door heel veel natuurwezens. Deze veldslag is een lange tijd in vergetelheid geraakt, werd dus ook niet meer herdacht, daarom is het goed dat het herdenkingsmonument er is gekomen, ook dat helpt afvloeien. Het is trouwens met veel goede zorg gemaakt, ook dat helpt.  En wat fijn dat Margrete zo snel door had wat haar verzet was, en die boze spirit wegstuurde, en jij er goed op reageerde. De steen die jullie in het water hebben geworpen heeft zijn opdracht begrepen en met liefde op zich genomen, en de andere steen trouwens ook, zo ontstaat er een verbinding tussen de heuvel en de rivier. Jullie hebben veel gedaan vandaag, Margrete heeft nu echt rust nodig voor haar been, ze heeft veel last van zenuwpijn, wat op zich een goed teken is dat de zenuwen weer hun weg zoeken, maar niet prettig om te voelen. Laat ze die zalf gebruiken, die werkt er goed op in, en Frits is er ook al mee bezig. Goed dat ze volgende week weer thuis is en naar Wim haar fysio kan gaan. Haar been heeft ’t nodig.

 
Op dat laatste reageerde Frits: We gaan nu naar huis, ga ik dan snel terug? Ik weet dat niet, maar ’t zou kunnen.
Ik begrijp dat zij blij is dat ze weer naar Wim kan gaan, maar als ik naar haar licht kijk is ze niet blij, hoe kan dat?
Margrete heeft nooit zin om naar huis te gaan, maar is wel blij naar Wim te kunnen.
We reden door Tjechië, af en toe even pauzeren, maar niet lang, en gingen de grens met Duitsland over. Na een tijdje merkte Frits op: Hier hebben de mensen veel meer ruimte, in het vorige land voelt het zwaarder, en dat heeft ook met de voorouders te maken. Grappig dat je dat zo kunt voelen.
Tijdens de lunchpauze kon Margrete haar portemonnee niet vinden, waar we zochten, overal gekeken. Frits, weet jij hier iets meer van, vraag ’s aan je maten, die grappenmakers vooral, want het heeft nu wel lang genoeg geduurd, dat ding moet ergens te vinden zijn. Uit eerdere ervaringen weten we dat natuurwezens dingen onzichtbaar kunnen maken, in elk geval kunnen ze ervoor zorgen dat wij mensen bepaalde dingen niet kunnen zien. Frits natuurlijk: Ik weet er niets van! Ja ja, ga jij ’s ff praten met je maten, dat ding kan niet zomaar verdwenen zijn! Ineens zag Margrete ‘m liggen, op het dashboard pal voor haar neus; maar daar zou ze ‘m de heel tijd hebben moeten zien, en ik ook. Nou Frits, bedank je maten maar dat ze ‘m terug hebben laten komen, maar ze hebben er vast veel lol in gehad, daar ben ik van overtuigd. Ik heb wel gezegd dat ie terug moest komen. Fijn, dank je wel.
 .
’s Avonds thuis bij Margrete. En Frits, hoe is het weer thuis te zijn,heb je de thuisblijvers (natuurwezens, zoals o.a. de huis- en tuingeest) veel verhalen verteld? Nou en of, over de reis, de mensen die anders zijn, kinderen, van alles waar we geweest zijn.Vinden ze heel interessant, horen ze graag, ze stellen ook vragen, willen graag alles weten. Nodig je dan ook wezens van buiten uit om hier langs te komen? Natuurlijk, ik neem er toch altijd ook veel mee. Dat vinden ze boeiend. Ze komen hier ook vaak voor mij langs, en als ik er dan niet ben gaan ze weer terug, proberen ze ’t later nog een keertje. Ik heb ze ook verteld dat ik nu gauw terug ga, toch? Maar ik weet ’t nog niet of ik later nog terug kan komen. Wat gaan jullie doen?
Wij gaan over twee weken naar Hans Timmers, die kennis van Margrete met die hele grote winkel, voor die tijd ga jij niet weg heb ik begrepen. Oh bah, ik vind het moeilijk om hierover te praten,ik heb geen zin om er aan te denken, ga liever spelen. Tja, wij hebben het er ook moeilijk mee. In elk geval kun je nog een keer mee naar de opera.Daar ga ik graag mee naar toe! Wel je laatste keer! Oh jee! En ik ga ook nog een keer graag mee naar de zee, ook voor ’t laatst!  We gaan ook nog een keer naar Nicolaas voor cursus, en naar Daan, met die sjamanenjas. Fijn!  Ga je dit allemaal nog opschrijven? Ja, hoewel ik dit gesprek heus niet zal vergeten. En over Pol, haar kat? Ja ook, dat Alma hier vanmiddag kwam met haar honden. Ben je nog mee geweest met hun wandeling? Ja, lieve honden hoor, maar Pol was heel boos op ze, en ook op Alma, het is zijn territorium. Ja, en Pol is net zes weken alleen thuis geweest.

Helemaal niet alleen!  Bedoel je de keren dat Tamara langs kwam? Nee, er zijn toch een heleboel wezens nog in huis, die praten de hele dag met ‘m, en verder is het rustig, fijn voor ‘m. Ja toen we thuis kwamen was Pol heel onrustig, dat is mijn schuld, ik wilde vertellen, maar hij wilde niet luisteren. Is Pol geen goede luisteraar?  Zou kunnen, maar hij is al oud, bij hem werken alle verbindingen niet zo goed meer en dan is het ‘m snel te veel. Maar van jou houdt ie heel veel, en van Margrete ook, jij bent zijn nummer één! Pol heeft een flink trauma, hè? Ja! Weet ie ’t ook van zichzelf? Nee hoor, is uit zijn jeugd,weet ie zelf niet meer, maar hij draagt ’t wel bij zich, dat kun je zien aan de donkere plekken in zijn licht. Soms schreeuwt ie heel hard, heeft ie dan pijn? Nee, dat doet ie zomaar, hij weet ’t niet van zichzelf. Denk maar aan die opstelling die je erover gedaan hebt, die man voelde er ook niets bij, die snapte zichzelf niet toen. Hij is wel heel blij  met jou.