Honga-rije

Zuid Hongarije Mohacs

Op zoek naar onze volgende bestemming in Hongarije. En we hadden nog geen enkel idee waar we die moesten zoeken, sterker nog, we wisten zelfs niet hoe die heette. Nicolaas had er ooit over verteld, dat hij er was geweest o.l.v. een gids, hij had verteld dat er een grote veldslag had plaats gevonden die voor Hongarije heel betekenisvol was geweest, dat de zoon van de koning er was omgekomen, dat er een herdenkingsmonument was opgericht, en dat het dicht bij de Donau lag.

Wel, eerst maar op zoek naar een boekhandel om een kaart van Hongarije te kopen. Dat lukte vrij gemakkelijk in een groot winkelcentrum. Daar waren ook een paar eettentjes, en ik had wel trek, maar wel last van mijn darmen, dus het moest niet te heet of te vet zijn. Ik stelde voor eerst maar één maaltijdte bestellen, en als die voor mij niet geschikt zou blijken kon Margrete ‘m opeten en ik iets anders bestellen. Tijdens het wachten op de maaltijd was Margrete even naar de wc geweest, en ik ontving een maaltijd die mij alleszins aanstond, dus begon er smakelijk van te eten. Toen Margrete terugkwam had ik mijn bord nagenoeg leeg, en ze reageerde furieus, hoe a-sociaal en egoïstisch om alles op te eten! Mijn idee was dat zij nu ook een maaltijd voor zichzelf zou gaan bestellen, wellicht hetzelfde, of iets anders, naar eigen keuze.  Ik stelde nog voor om voor haar een maaltijd te bestellen…… maar onze intenties kwamen bepaald niet overeen, ze liep kwaad weg om af te koelen. Wat later kwam ze wel terug, we moesten op de kaart toch die plek opzoeken, ergens bij de Donau. Ondertussen hadden zich aan het tafeltje naast ons drie jongemannen geïnstalleerd, zouden studenten kunnen zijn, ik erop af, of ze Engels spraken – ja, geen probleem – en of ze iets wisten van zo’n grote veldslag bla bla – ja, ze wisten direct wat ik bedoelde, konden op de kaart zowel de plaats van de veldslag aanwijzen als ook waar het monument aangegeven stond, dichtbij het plaatsje Mohacs. Dat klaarde gelijk de lucht tussen Margrete en mij, we wisten waar we naar toe moesten!

Eenmaal in de auto zocht Odilia contact. Je wil iets aan ons kwijt? Ja, het was niet erg elegant van me, maar ik wist geen andere oplossing, en jullie zouden anders die plek nooit gevonden hebben, ik heb de hele situatie daar voor jullie geënsceneerd, met die jongemannen naast jullie, maar ook de timing, en daarin was die ruzie tussen jullie noodzakelijk, anders was het niet zo uitgekomen met die jongemannen naast jullie. Vooral mijn excuses aan Margrete, maar die ruzie was echt noodzakelijk, ik heb dat dus bewust laten gebeuren en op haar emotie ingewerkt, het spijt me, ik zag geen andere mogelijkheid. We konden er hartelijk om lachen, Margrete begreep al niet waar ze zich zo druk over had gemaakt, ze vond inderdaad wel dat ik even had kunnen wachten, zo lang zou ze toch niet wegblijven vanwege een toilet-bezoek, maar kon – achteraf – ook wel een beetje begrip voor opbrengen dat ik mijn maaltijd niet koud wilde laten worden, maar dat Odilia dit alles bekokstoofd had, wie had dit durven bedenken!

Als herdenkingsmonument hadden wij een pilaar of standbeeld op een plein of zoiets in gedachten, maar we werden verrast door een immense parkeerplaats, en er was een heel herdenkingsveldingericht, zo in eerste indruk de hele veldslag uitbeeldend met houten beelden van soldaten en en paarden, en vlakbij de ingang een groot gebouw, expo ruimte en ongetwijfeld toiletten? Maar…..wel vijf euro entree! Dat alles hadden we niet verwacht, maar ach.  Nee, dan hadden we buiten de waard gerekend, of iets preciezer, buiten Margrete, want die reageerde fel: vijf euro toegang, wat denken ze wel ! Ik had direct een vermoeden dat er bij haar weer iets anders speelde waar ze zelf geen vat op had, vijf euro, toch niet een bedrag om je druk over te maken! Ik besloot direct wat verder van de ingang af te parkeren en een kopje thee (hadden we bij ons) te drinken. Die afleidingsmanoeuvre lukte goed, want even later zei ze zelf dat ze niet snapte wat haar zo geraakt had in de vijf euro, ze zei letterlijk: dit ben ik niet! En terwijl ze dit zei, werd ze zich gewaar wat er speelde: er waren krachten aan het werk die niet wilden dat wij daar een helingsritueel zouden doen!

Frits gaf ook al aan dat er een flink voelbare  zwaarte hing, dat het blijkbaar iets belangrijks was want in de auto waren er ook al veel betrokken natuurwezens meegekomen, en hij zag er nog steeds meer bij komen ook. Deden we er goed aan ook  nog extra stenen mee te nemen? Ja, jullie pilaartjes die jullie hebben geprogrammeerd, neem die zeker mee ter bescherming, er hangt hier van alles.

En zoals ik al vermoedde, het grote gebouw bevatte een expositie ruimte en toiletten. Daar leerden we dat er een leger van 75.000 soldaten had gevochten tegen een leger van 35.000 man, zo’n 500 jaar geleden. Daarna liepen we over het uitgestrekte terrein, de verschillende legers waren met voetvolk en paarden prachtig uitgebeeld in houten beelden zodat je precies kon zien welke legers aan de veldslag hadden deelgenomen. Op een rustige plaats deden we ons ritueel, natuurlijk niet met luid tromgeroffel. Van de tegenkrachten merkten we toen niet veel meer. We hebben het nog wel opgesteld, het was vooral een gesneuvelde soldaat die ons als oneerbiedige pottenkijkers beschouwde.

Natuurlijk had deze veldslag niet precies op dit herdenkingsveld plaats gehad, maar in de wijde omgeving. Odilia vroeg ons naar de rivier te gaan, daar zou een heuvel moeten zijn, degene waar Nicolaas het ook over gehad, en met een paar keer de weg vragen kwamen we inderdaad dicht bij de Donau en links van de weg lag een uitgestrekte heuvel, maar omgeven door een hoog hek. We overlegden met Odilia, die vertelde dat we nu wel  heel dicht bij de plek die zij zocht stonden, we hoefden niet perse op de heuvel te zijn, er vlak naast was even goed, en ons aangaf water op te zoeken, want het water zou de zuivering van onze heling kunnen meenemen stroomafwaarts, en zo een immens gebied kunnen helen. Rechts van weg zagen we dichte struikgewas, met daarachter water. Ze vroeg ons een steentje het water in te gooien, één van de helingsstenen die we van huis hadden meegenomen, maar ‘m eerst wel  de boodschap mee te geven wat de bedoeling was, en een andere ter plaatse te zoeken, en dat kon Frits wel doen, ter goedmaking van vorige keer. En Frits maar zoeken, wij trouwens ook, maar geen steen te vinden. Voor Frits een hachelijke onderneming, want die werd er wel heel onzeker van dat ie ’t nu weer niet goed deed. We ondersteunden ‘m: Waarom houd je geen rekening met de mogelijkheid dat Odilia een fout heeft gemaakt door aan te nemen dat hier steentjes zouden liggen, dat kan toch ook! Wij zien hier ook niets liggen.

Oh ja, niet aan gedacht, ik was bang weer een fout te begaan. Overleg even met haar! En Odilia had hier inderdaad geen rekening mee gehouden, maar gaf aan dat een steentje van een stukje verderop ook goed zou zijn, als  het maar uit het gebied tussen heuvel en Donau zou zijn.

Later die dag nog wat grappige gesprekjes met Frits: we gingen een supermarkt in, om ons kleine bedrag aan Hongaars geld op te maken. Ik vroeg na afloop aan Frits of hij nog wat lekkers had kunnen scoren. Ja ik wel, maar jullie niet meer, jullie centjes zijn op!  De plaaggeest!

Er was een misverstand toen wij het woord fris gebruikten. Normaal “verstaat” hij ons doordat hij in het lichtziet wat we bedoelen. Nu dacht hij dat we zijn naam gebezigd hadden. Ik: maar je ziet toch aan ons licht dat we het niet over jou hadden, dit woord heeft een heel andere energie! Dit keer was ik aan het oefenen om jullie taal te leren, zonder op het licht af te gaan, probeer er regels in te ontdekken, maar geloof dat ik maar beter met het licht kan blijven werken.

Het programma voor de rest van de dag zag er met een lange rit nogal saai uit. Ik reageerde: als je nog iets leuks weet voor onderweg, zeg je het maar. Hij: Ik zal erover nadenken. Ik: pas maar op dat je er geen punthoofd van krijgt. Dan zal ik aan Margrete vragen of ze een puntmuts voor me breit. Bijdehandje!