Briek op bezoek: Nou, da’s me ook wat, moet ik in die pot, heb je geen steen? Vorige keer heb ik gemist, ik had ’t te druk, zoveel windwezens en al die dakpannen. Ah, die storm van vorige week. Doe je dat dan allemaal in je eentje? Ik krijg dan wel hulp van andere steenwezens en windwezens. Windwezens? Die veroorzaken toch juist de schade? Soms laten ze de pannen weer op tijd op hun plaats terug komen, vooral als ik roep “help, help!” dan doen ze dat wel. Speelt dat bij alle huizen? Nee, als ze naast elkaar staan niet, maar als ze los staan wel. Het is wel een hele klus hoor, want ik ben niet zo snel, weet je. Nou, je vertelt wel vlot.Vertel ‘s, doen er nog meer wezens aan mee? Plakwezens, die zuigen ’t vast, en windwezens maken ook schoon. Zijn dat dezelfde windwezens, of weer andere met zo ’n speciale taak? Ja. En jij en je lijf ook, jij valt toch ook niet uit elkaar! Nooit van gehoord, nooit naar gevraagd.
Ondertussen hoort Margrete heel veel “jibbish”, gemompel van natuurwezens, die meeluisteren, want er wordt over ze gepraat.
Briek: Ze zijn jaloers, want ik heb een naam! Ik zet voor Briek een andere “steen” neer, een joodse kandelaar. Fijn. Voelt beter.
Ik wil nog wat andere stenen met ‘m uitproberen: Deze is ziek, je mag wel ’s voor ‘m zingen. Een stenen kogel gevonden bij Yper uit de eerste wereldoorlog. Ik zet nog een steen neer, wat verder weg. Nee!, dit is niet de goede plek, ik wil bij jullie allebei in de buurt. Ok. Nog andere opmerkingen? Ja, je mag wel ’s wat aan je huis doen, ’t laten schilderen. Nog meer? Een lekkende dakgoot, de binnenstenen moeten toch droog blijven, buitenstenen mogen nat worden. En verder? Boven opruimen. Waarom bewaar je zo veel? Ze zijn daar niet happy, ga opruimen. En je speelt niet zo veel, je bent te serieus. Nou, ik weet wat me te doen staat, dank je, dag! Dag.


